SPORT EN PLOTSELINGE DOOD: PRESPORTIEVE SCREENING
HARTSTILSTAND = VENTRIKELFIBRILLATIE
(18-03-2014)
Screeningsprogramma’s van jonge sporters die enkel een anamnese en een lichamelijke onderzoek bevatten zijn weinig sensitief, noch specifiek en veroorzaken een groot aantal fout-positieve en fout-negatieve resultaten . Een elektrocardiogram (ecg) toevoegen aan de screening, zoals voorgesteld voor volwassenen, is bij kinderen niet zo evident: de interpretatie van een ecg op kinderleeftijd verschilt immers in belangrijke mate van deze van een ecg van volwassenen, met als gevolg een minder accurate diagnose.
Secundaire preventie door het aanleren van eenvoudige reanimatietechnieken en het gebruik van automatische externe defibrillatoren (AED’s) zou waarschijnlijk meer levens redden dan om het even welk screeningsprogramma.
Vragenlijst voor sportkeuring
WAT
- De incidentie van plotselinge dood wordt geraamd op 0,5 tot 4,4 per 100.000 sporters (recreatieve en competitiesporters), in België 25-30 gevallen per jaar.
- Jongeren die sporten, zouden 2,8-maal meer kans lopen op een plotselinge dood dan jongeren die niet sporten.
- Het gaat vooral over oudere jonge sporters zijn met een piek rond 22 à 23 jaar
- De sporten met het hoogste risico zijn voetbal en basketbal.
- Plotselinge dood treedt meer op bij mannen (x10 in vergelijking met vrouwen) en in bepaalde rassen (hypertrofische cardiomyopathie bij zwarten, brugadasyndroom bij Zuidoost-Aziaten).
OORZAAK PLOTSE DOOD
Het mechanisme van de plotselinge dood is meestal een ventriculaire ritmestoornis die wordt veroorzaakt door de productie van catecholamines tijdens fysieke activiteit, die dan inwerken op een aritmogeen substraat. Uitdroging, hyperthermie, ionenstoornissen en een hogere plaatjesaggregatie zouden daartoe kunnen bijdragen.
Niet cardiale oorzaken van plotselinge dood. (10-20%)
- Hitteslag, uitdroging
- Astma,
- Longembolie,
- Gebruik drugs
Cardiale oorzaken van plotselinge dood. (80-90%)
- Hypertrofische cardiomyopathie: frequentie 1/500 en is de meest voorkomende oorzaak.
- Rechtstreeks trauma op het hart (slag) kan een ventrikelfibrillatie uitlokken
- Afwijkingen van de kransslagaders al of niet aangeboren
- Linker ventrikel hypertrofie (vergroting) van onbekende oorsprong
- Myocarditis
- Aritmogene dysplasie van het rechter ventrikel
- Geopereerde aangeboren hartziekte
- Ruptuur van een aneurysma van de aorta (Marfan)
- Aortaklepstenose
- Degeneratie van de mitralisklep
Genetische cardiale oorzaken en andere ritmestoornissen.
PLOTSELINGE DOOD VERMIJDEN BIJ JONGE SPORTERS
Het is waarschijnlijk niet mogelijk om sterfte bij sporters tijdens training of wedstrijden volledig te vermijden, maar met een rist maatregelen kan je de sterfte toch significant verlagen:
- Educatie en opleiding cardiovasculaire reanimatie van de trainers en de verschillende personen in het sportcircuit;
- Plaatsing van een externe defibrillator op de plaatsen waar wordt getraind en waar de wedstrijden plaatsvinden, en het publiek leren hoe de defibrillator moet worden gebruikt;
- Het dragen van borstkasbescherming tijdens sporten waar er een risico bestaat op slagen op de thorax (hockey, baseball…) om het risico op commotio cordis te verkleinen;
- Familiale screening in geval van onverklaarde plotselinge dood bij iemand van minder dan 50 jaar
- Presportief onderzoek vanaf 14 jaar om de 2 jaar tot de leeftijd van 20 jaar en daarna om de 5 jaar tot de leeftijd van 35 jaar.
De 10 gouden regels
- Ik breng mijn arts op de hoogte als ik pijn in de borstkas heb
- Als ik hartkloppingen krijg of
- Als ik onwel wordt bij inspanning.
- 10 minuten opwarmen en recupereren bij sporten.
- Ik drink om de 30 minuten 3 tot 4 slokken water.
- Ik vermijd sportactiviteiten als het zeer koud of zeer warm is (< - 5°C en > 30°C) en als de lucht erg vervuild is.
- Ik rook nooit 1 uur voor en 2 uur na de sportactiviteit.
- Ik gebruik nooit doping en neem geen medicatie op eigen houtje.
- Ik doe niet aan intense sport bij koorts of de eerste 8 dagen na een griepepisode.
- Ik laat me door een arts onderzoeken voor ik weer ga sporten.
Presportief onderzoek : screening
Familiale anamnese
- Voortijdige sterfte (plotseling en onverwacht, of op andere wijze vóór de leeftijd van 50 jaar als gevolg van hart- en vaatziekten)
- Familieleden <50 jaar met een hart-of vaatziekten
- Bepaalde hartaandoeningen bij familieleden: hypertrofische of verwijde cardiomyopathie, lange-QT-syndroom , het syndroom van Marfan, of klinisch belangrijke ritmestoornissen
Persoonlijke gedetailleerde anamnese
- Alarmtekenen zoals pijn in de borstkas bij inspanning, ongewone kortademigheid, hartkloppingen en syncope tijdens inspanning of net na de inspanning.
Zorgvuldig lichamelijk onderzoek.
- Hartgeruis
- Hoge bloeddruk
- Femorale pols om aorta coarctatio uit te sluiten
Aanvullende onderzoeken
- Ecg : hypertrofische cardiomyopathie, WPW ,lang QT, kort QT, Brugada, AV-blok
Kan normaal zijn bij atleten
- Sinusbradycardie
- Sinusaritmie
- Ectopisch atriaal ritme
- Junctioneel escaperitme
- Eerstegraads AV-blok
- Tweedegraads AV-blok Mobitz type 1
- Gehaakt QRS in V1 of ORBTB
- Vroege repolarisatie
- Geïsoleerde voltagecriteria van het QRS-complex voor linkerventrikel hypertrofie
- Koepelvormig verhoogd ST-segment met omkering van de T-top in V1-V4 bij een zwarte atleet
|
Te onderzoeken
- Omkering van de T-golf
- ST-segmentdaling
- Pathologische Q-golven
- Dilatatie van de linker voorkamer
- Tragere intraventriculaire geleiding
- Linkeras deviatie/linker anterior hemiblok
- Rechteras deviatie/rechter posterior hemiblok
- Rechterventrikelhypertrofie
- Volledig linker- of rechterbundeltakblok
- Ventriculaire pre-excitatie (WPW)
- Lang of kort QT-interval
- Vroege repolarisatie type Brugada
- Ernstige sinusbradycardie (< 30/min., pauze > 3 sec.)
- Atriale tachyaritmieën
- Ventriculaire extrasystolen ≥ 2 VES per 10 sec.
- Ventriculaire ritmestoornissen (couplet, triplet en salvo’s)
|
-
Bij vermoeden van een afwijking bij het presportieve onderzoek worden aanvullende onderzoeken uitgevoerd :echocardiografie, holter, inspanningsproef, MRI, elektrofysiologisch onderzoek….
Conclusie
Plotselinge dood bij een jonge sporter is altijd een dramatisch gebeuren dat de hele maatschappij beroert. Het is nog niet mogelijk om de hele populatie te screenen en er zijn nog niet voldoende argumenten om screening bij sporters verplicht te maken.
Hoe het dossier ook moge evolueren, artsen die de zorg voor jonge sporters toebedeeld krijgen, moeten de familie minstens melden dat een screening mogelijk is, maar dat die screening beperkingen inhoudt. Het lichamelijk onderzoek en de anamnese zijn toch niet zo ongevoelig zijn als altijd beweerd werd, en vormen de hoeksteen van elk screeningsonderzoek bij kinderen ter preventie van plotse dood.
Maar sporten is gezond en blijft noodzakelijk.
De aanbevelingen luiden dan ook dat alle kinderen op schoolleeftijd moeten deelnemen aan gemiddelde tot doorgedreven lichaamsbeweging a rato van 60 minuten per dag
Plotse dood bij sporters
Hoe groot is het probleem? Voldoende groot!
Wat is de onderliggende pathologie?
< 35 jaar aritmogene aandoeningen (ECG afwijkingen)
> 35 jaar coronair lijden (risicofactoren, zn. screening met inspanningsproef)
Richtlijnen voor een degelijk sportgeneeskundig onderzoek
Jonge ‘gezonde’ sportertjes : doe het grondig
Het competitiebeest > 35 j: risicofactoren voor coronair lijden
De professionele sporters : jaarlijks grondig onderzoek. CAVE pre-syncope tijdens inspanning
Is een automatische defibrillator nuttig in sportclubs? : JA
Vindt u deze pagina interessant? Breng dan ook uw kennissen op de hoogte!
Vindt u deze pagina interessant? Breng dan ook uw kennissen op de hoogte!